Een plan van de minister in een Kamerbrief, debatten in de Tweede Kamer, indienen van moties. En dan de stemmingen. Het is de gebruikelijke volgorde in Den Haag. Die moties geven een mogelijkheid voor partijen om een punt te maken. Om te kijken of ze een Kamermeerderheid achter zich kunnen krijgen om beleid aan te passen. Of ze worden gebruikt om coalitiepartijen voor het blok te zetten.
Bekijken wie voor welke motie stemt, geeft inzicht in wat partijen niet alleen in partijprogramma’s beloven, maar ook wat ze in de praktijk doen. Vandaar dit overzicht. Waarbij er een selectie gemaakt is, plus moties ook geclusterd zijn per thema of debat.
Wel twee kanttekeningen. Op de eerste plaats zijn de vier coalitiepartijen gebonden aan een regeerakkoord, waardoor ze niet altijd de vrijheid hebben om te kunnen stemmen wat ze zelf willen. Op de tweede plaats is het voor kleine partijen niet altijd even makkelijk om alle moties goed te beoordelen. Dat levert dan soms opmerkelijk stemgedrag op, wellicht zijn dat dan kleine vergissingen.
- Bekijk dit overzicht waar je welke informatie en interviews kan vinden. En vul vooral ook nog ons stemmersonderzoek in.
Regeerakkoord
Het advies van de Commissie Borstlap leverde een MLT-advies van de SER op, dat het kabinet vrijwel geheel overnam in het Regeerakkoord. Minister Van Gennip vertaalde dat naar een uitwerking van het arbeidsmarktpakket (zie hier).
Het debat over die plannen leverde deze serie aan moties op. Waarbij het wel of niet inbouwen van een opt-out voor de aov-zzp een gevoelig politiek onderwerp was en is. Het aanpassen van de periode voor doorbetaling bij ziekte (een advies van de Commissie Borstlap) is een stevige wens van met name het MKB. In de SER was daar geen steun voor, dus kwam het ook niet terug in de kabinetsplannen. Ook dat punt blijft actueel.
Ook de behandeling van de begroting SZW gaat veelal over hoofdlijnen. Een moment ook om nog eens een statement te maken.
Werken met/als zelfstandige
In de aparte debatten over de zzp’ers kwamen de verschillen nog wat scherper naar voren. Vooral ook hoe de beoordeling te doen of een opdracht nu wel of niet uitgevoerd kan worden door een zzp’er (de bovenste motie). Die motie, ingediend door D66 en VVD, was ook bedoeld om minister Van Gennip onder druk te zetten om toch ook naar de ‘persoon’ (wel/niet ondernemer) te kijken en niet alleen naar de opdracht. De minister, en het CDA, ging akkoord. Maar de VVD was achteraf zeer teleurgesteld over hoe deze motie is uitgevoerd. De linkse partijen stemden hier tegen, conform ook wat ze in hun programma hebben opgeschreven.
In verschillende andere debatten kwam de arbeidsmarkt en zzp ook regelmatig terug. De bovenste hier, uit een debat tussen de verkiezingen 2021 en het aantreden van het kabinet, was saillant. De JA21 motie voor een wettelijke regeling voor zelfstandigen kreeg wel de steun van VVD en D66, maar niet van CDA en CU. Die scheidslijn is er nu nog steeds. Ook NSC lijkt geen voorstander van een wettelijke regeling voor zelfstandigen.
Dat de forse verlaging van de zelfstandigenaftrek nooit tot een serieus debat heeft geleid, blijft bijzonder. Immers het raakt ook veel kleine zelfstandigen, ook met personeel, die niets met de arbeidsmarktdiscussie en schijnzelfstandigen te maken hebben. Een verzoek naar een onderzoek naar de effecten ervan werd door zowel de coalitie, als GL/PvdA en Volt afgewezen.
Na de val van het kabinet werd er nog gesproken over de belastingen. Na de verlaging van de zelfstandigenaftrek is nu de MKB winstvrijstelling aan de beurt. Een motie van SP en VVD zorgde ervoor dat de verlaging minder groot uitpakt.
Regulering uitzendsector
In het verlengde van het debat over arbeidsmigranten en de aanbevelingen van de Commissie Roemer, zijn er ook verschillende plannen gelanceerd omtrent regulering van de uitzendsector. En het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt. Dat laatste ziet niet iedereen als een even groot probleem.