Krappe arbeidsmarkt
D66 besteedt in hun verkiezingsprogramma veel aandacht aan de krappe arbeidsmarkt, meer dan de meeste andere partijen. Zo willen ze door middel van lager collegegeld opleidingen aantrekkelijker maken en het ‘makkelijker maken eerder opgedane (werk-)ervaring te verzilveren’. Ook wil D66 de secundaire arbeidsvoorwaarden verbeteren om meer mensen te lokken om in de techniek, de zorg en het onderwijs te gaan werken.
Om meer uren werken te laten lonen, pleit de partij voor een urenvoordeel. Door de belasting op inkomsten uit ondernemingen te verhogen en de mkb-winstvrijstelling te maximeren, hopen ze de fiscale verschillen tussen werknemers en ondernemers te verkleinen. De zelfstandigenaftrek wordt omgevormd naar een urenvoordeel voor alle werkenden die meer dan drie dagen per week werken. Zo hopen ze dat meer uren werken meer zal lonen voor iedereen die nu een deeltijdbaan heeft.
Keuzeruimte
Ook wil de partij dat de criteria op basis waarvan zelfstandigen kunnen ondernemen duidelijker worden. Het lijkt alsof de liberalen hinten op een eigen rechtsvorm voor zelfstandigen:
“Wij vinden dat mensen zelf moeten bepalen hoe zij hun werkende leven inrichten; als werknemer, als zelfstandige of als werkgever” zo schrijft de partij. Omdat volgens D66 de meeste ondernemers er “heel bewust voor kiezen om voor zichzelf te beginnen” moeten wetten en regels er zijn om “deze groep te faciliteren, niet om ze dwars te zitten.”
Criteria op basis waarvan je kunt ondernemen als zelfstandige moeten wat D66 betreft veel duidelijker worden “zodat er ruimte en rust ontstaat voor deze ondernemers”. D66 wil dat voor elkaar krijgen door de definitie en het begrip gezag “meer aan te passen aan de huidige tijd.” Wat dat nu concreet betekent wordt niet duidelijk en ook niet hoe deze wens zich verhoudt tot bijvoorbeeld de visie van de huidige CDA-minister Van Gennip.
AOV voor zelfstandigen met opt-out
De partij van Jetten wil onzekerheid onder zelfstandigen verminderen door een sociaal stelsel te ontwerpen voor alle werkenden, ongeacht of zij in loondienst zijn of zzp’er. Hun eerste stap hierin is om een betaalbare collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen in te voeren, met de mogelijkheid voor een opt-out.
Om schijnzelfstandigheid aan te pakken in publieke sectoren, wil de partij werkenden grotere regie geven. Zo wil D66 dat de lonen beter worden, werktijden flexibeler worden en dat er meer keuze in diensten komt. Dit moet de uitstroom van loondienst naar zzp inperken.
Minimumloon naar € 17,50
Om de misstanden van uitzendbureaus te voorkomen, wil D66 dat er een certificeringssysteem voor uitzendbureaus komt. Ook wil de partij – naar het Duitse voorbeeld – de mogelijkheid om in specifieke sectoren uitzenden helemaal te kunnen verbieden wanneer blijkt dat het certificeringssysteem niet voldoende blijkt te zijn om misstanden te voorkomen. Overheden moeten wat D66 betreft niet meer samenwerken met uitzendbureaus die zich schuldig hebben gemaakt aan discriminatie.
Daarnaast wil D66, in lijn met de uitkomsten van de commissie Roemer, misbruik van arbeidsmigratie door buitenlandse uitzendbureaus voorkomen. Dit hopen zij onder andere te bereiken door het minimumloon te verhogen naar € 17,50 in 2028. Verder wil de partij ook dat iedereen vanaf achttien jaar oud recht heeft op het minimumloon. Hoe hoog het minimumloon zou moeten worden, specificeert de partij niet.
Maatschappelijk ondernemen
D66 wil maatschappelijk ondernemen stimuleren. De partij is van mening dat private winsten niet ten koste moeten gaan van publieke belangen. Daarom willen zij een landelijk publiek-privaat programma met aandacht voor impactmeting en willen zij de rapportageplicht over maatschappelijke effecten hiervoor uitbreiden. Daarbij willen ze ook de corporate governance code aanscherpen, wat inhoudt dat bestuurders de taak krijgen om de belangen van alle stakeholders af te wegen.
Daarnaast wil de partij de mogelijkheden vergroten voor zelfstandigen om zich beter te kunnen verenigen bij collectieve onderhandelingen.