Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft een SP motie afgewezen om de inhuur van externen in de zorg te maximeren op 10% van de totale uitgave aan personeel. Jimmy Dijk van de SP vindt dat “te grote afhankelijkheid van dit soort flexkrachten ten koste gaat van de stabiliteit van de zorg”.
De motie kreeg de steun van GroenLinks, PvdA, PVV, BBB, Volt, PvdD, BIJ1 en de SGP.
De SP heeft ook de Roemer-norm voor elkaar gekregen die zegt dat inhuur bij de Rijksoverheid ook niet meer dan 10% van de totale loonsom mag zijn. Die norm wordt overigens nooit gehaald. Een motie die oproept om aan de norm te gaan voldoen heeft werd overigens wel door vrijwel alle partijen ondersteunt.
In hun verkiezingsprogramma pleit de BBB voor het beperken van inhuur in de publieke sector, ook door bijvoorbeeld maximum tarieven te gaan hanteren. Ook de GL/PvdA heeft daar veel aandacht voor: Te veel externe inhuur ‘holt de solidariteit – waar de organisaties op draaien – uit, verlaagt de solidariteit binnen organisaties, drijft de kosten op en verhoogt de werkdruk voor collega’s die wel in loondienst blijven werken”. GL/PvdA willen ook dat medisch specialisten, nu vaak nog zelfstandigen, in loondienst gaan.